Fasen van de onderzoeksmethode
Met de onderzoeksmethode bepaal je op welke manier de onderzoeksvraag beantwoord kan worden. Daarom is het van belang dat de hoofdvraag/onderzoeksvraag en deelvragen al geformuleerd zijn. Deze vragen kunnen verschillende onderzoeksfuncties bevatten. Deze worden weer beantwoord met verschillende onderzoeksmethoden. Hieronder zijn de verschillende stappen te zien om een onderzoeksmethode te bepalen:
Stap 1: wat is je onderzoeksfunctie?
- Beschrijvend: je wilt iets in kaart brengen (wat/welke/waaruit/wie/hoe).
De bijhorende methodes: deskresearch, enquête, inhoudsanalyse.
- Vergelijkend: de verschillen tussen bepaalde zaken (wat/welke/waar).
De bijhorende methodes: deskresearch, enquête, experiment, observatie.
- Definiërend: bepaal de verhouding tot een bepaalde klasse (welke/wat/hoe).
De bijhorende methodes: deskresearch, enquête, experiment, observatie, literatuuronderzoek.
- Evaluerend: de onderzoekseenheid onderzoeken op een bepaalde waarde (wat/hoe).
De bijhorende methodes: open interviews, enquête, groepsgesprek.
- Verklarend: zoekt een verband of verklaring voor de onderzoekseenheid (Waarom/hoe/wat/welke)
De bijhorende methodes: enquête, observatie, experiment.
- Ontwerpend: maatregel dat voor een oplossing zorgt (wat/hoe)
De bijhorende methodes: enquête, experiment, observatie, open interviews, groepsgesprek.
Stap 2: bepaal de onderzoekseenheid
Kwalitatief onderzoek: het gedrag ten opzicht van een bepaald product. Dit zijn de meest gebruikte kwalitatieve onderzoeken:
- Observatie onderzoek
- Literatuur onderzoek
- Eye-tracking
- Diepte-interview
- Groepsdiscussie
Kwantitatief onderzoek: geeft hoeveelheden van het betreffende onderzoek. Dit zijn de meest gebruikte kwantitatieve onderzoeken:
- Telefonisch onderzoek
- Face-to-face onderzoek
- Schriftelijk onderzoek
- Experimenteel onderzoek
- Survey-onderzoek