2.1 Het aanpassen van grafieken in SPSS
Om je grafiek aan te passen moet je 2 maal op de grafiek klikken, je komt meteen in de SPSS-chart editor. Je kunt de x- of y-as aanpassen door hier 2 maal op te klikken, je kunt onder andere de schaalverdeling kiezen en de assen aanpassen. Met chart of format kun je een lijn door de punten trekken, je kunt hier ook kiezen wat voor punten je wilt gebruiken en je kunt de grootte van deze punten aanpassen.
Tips:
- Ga naar chart, options en kies fit line.
Hiermee kun je de best passende kromme, of regressielijn, door de punten aan te passen.
- Ga naar chart, kies dan annotate.
Hiermee kun je een tekst in je grafiek plaatsen.
- Ga naar format, kies dan interpolaton.
Hiermee kun je de punten door een lijn verbinden. Soms zijn er meerdere variabelen (Y) die in een grafiek weergegeven moeten worden. Er zijn twee opties mogelijk, of:
- Er zijn twee Y-variabelen.
Voorbeeld:
X Y1 Y2
1 2.1 2.27
2 3.4 3.65
3 4.2 3.89
4 4.5 4.12
Enzovoorts.
Kies graph, ga naar scatter, kies overlay en klik uiteindelijk op define. Verplaats de het eerste X-Y koppel naar Y-X, en doe dit ook met het tweede X-Y koppel. Je kunt de volgorde van X en Y omdraaien met swap-pair indien nodig.
Of:
- Er is één X en één Y variabele en een variabele die aangeeft bij welke groep de observate behoort.
De gegevens van de lijnen staan hier onder elkaar, voor iedere groep moet een lijn gemaakt worden. Ga naar graph, gebruik scatter en hierna define, verplaats dan de variabele die bij de groepsindeling hoort naar set markers by. Zorg ervoor dat de observates op X gesorteerd zijn.