Hoe moet ik een goede inleiding schrijven?
De inleiding is het eerste hoofdstuk van je scriptie en vormt hierbij het beginpunt van je onderzoek. In je inleiding introduceer je je onderwerp, stelt de probleemstelling op en vertelt je doelstelling en je onderzoeksvragen. Verder maak je een korte beschrijving van de onderzoeksopzet en maak je een leeswijzer.
Wat is het doel van een inleiding?
Je onderwerp introduceren en interesse opwekken bij de lezer
Dit kan je natuurlijk heel simpel houden, maar de interesse van de lezer kan je op verschillende manieren opwekken:
- Over de actualiteit beginnen
- Aansporen door middel van een opvallende uitspraak
- Beginnen met een historische achtergrond
- Voorbeelden gebruiken uit het dagelijks leven
De relevantie van het onderwerp aantonen
Overtuig de lezer van de wetenschappelijke praktische relevantie.
Aankondigen wat voor onderzoek in de scriptie volgt
Je stelt de probleemstelling op en vertelt je doelstelling en je onderzoeksvragen. Verder maak je een korte beschrijving van de onderzoeksopzet en maak je een leeswijzer, zodat de lezer weet wat hij of zij van je scriptie kan verwachten.
Checklist voor je inleiding
- Aanleiding
- Onderzoek afbakenen
- Organisatieomschrijving, indien van toepassing
- De stand van zaken binnen de wetenschap
- Theoretische en praktische relevantie van het onderzoek
- Probleemstelling, doelstelling en onderzoeksvragen
- Korte beschrijving van de onderzoeksopzet
- Leeswijzer
Aanleiding
Hierin introduceer je je onderwerp en waarom je dit onderzoek wilt houden. Dus letterlijk: "Wat is de aanleiding van het onderzoek?" Dit kan je doen door middel van:
- Over de actualiteit beginnen
- Aansporen door middel van een opvallende uitspraak
- Beginnen met een historische achtergrond
- Voorbeelden gebruiken uit het dagelijks leven
Onderzoek afbakenen
Een veelgemaakte fout is dat men hun onderzoek veel te breed houden. Zorg ervoor dat je dit gelijk afbakent en een deelonderwerp doet van je onderwerp.
Organisatieomschrijving
Dit is alleen van toepassing als je je onderzoek doet voor een bedrijf. Hier kan je het hebben over de geschiedenis, het type organisatie, missie, visie, organisatiestructuur en de kernactiviteiten van het bedrijf.
De stand van zaken binnen de wetenschap
In dit onderdeel kan je laten zien wat voor informatie er al is over jouw onderwerp en wat er nog niet is, ga jij onderzoeken. Op basis hiervan kan je je relevantie aantonen.
Ook als je onderzoek heel praktisch georiënteerd is, moet je proberen over je onderwerp een aantal wetenschappelijke bronnen te vinden waarop je kunt voortbouwen met jouw scriptie.
Theoretische en praktische relevantie van het onderzoek
Bij de theoretische relevantie gebruik je wetenschappelijke bronnen om je onderzoek aan te te tonen. Bij praktische relevantie breng je in kaart wat het praktische nut is van je onderzoek. Hierbij breng je niet alleen het praktische nut voor je eventuele stagebedrijf in kaart, maar voor de hele bedrijfstak.
Probleemstelling, doelstelling en onderzoeksvragen
Bij dit onderdeel beschrijf je je probleemstelling en de doelstelling die zijn opgesteld. Vaak is er een verwarring tussen de probleemstelling, de doelstelling en de hoofdvraag. Op basis van de probleemstelling- en doelstelling kan je je hoofd- en deelvragen opstellen.
Zorg ervoor dat je SMART formuleert:
- (S)pecifiek: WAT moet er verbeterd/opgelost worden
- (M)eetbaar Wat hoop je exact te bereiken? Dit moet meetbaar of observeerbaar zijn. Vertel hierbij ook hoe je dit gaat meten.
- (A)cceptabel: Is de doelstelling acceptabel voor je baas/je doelgroep?
- (R)ealistisch: Wanneer een doelstelling haalbaar is, zal dit leiden tot meer vertrouwen en motivatie.
- (T)ijdsgebonden: Binnen hoeveel tijd moet het doel bereikt worden?
Korte beschrijving van de onderzoeksopzet
Vertel hierin wat voor soort onderzoek je doet, hoe je je informatie gaat verzamelen en analyseren.
Leeswijzer
In dit onderdeel beschrijf je kort hoe je scriptie is opgebouwd. Een fout die vaak wordt gemaakt is dat vaak eentonig is door dezelfde woorden en zinsstructuur te gebruiken.
De tijd waarin je schrijft
Als je over achtergrondinformatie schrijft, schrijf dan in de onvoltooid verleden tijd. Wanneer je je bijvoorbeeld de introductie van het onderwerp beschrijft, schrijf je in de onvoltooid tegenwoordige tijd.
Lengte van de inleiding
Er is niet een regel over de lengte van inleiding, maar zorg er wel voor dat het beknopt blijft en er niet steeds herhaling is. Zorg ervoor dat alleen het essentiële wordt besproken.