Wanneer is je onderzoek betrouwbaar en valide?
Op basis van de betrouwbaarheid en validiteit kun je de kwaliteit van je onderzoek vaststellen. Hiermee wordt duidelijk hoe goed je onderzoeksmethoden iets hebben gemeten om inzicht te krijgen in je vraagstuk om het doel van je onderzoek te bereiken.
Om na te gaan of je onderzoek betrouwbaar en valide is, moet je nagaan of je met de onderzoeksmethoden hebt gemeten wat je wilde meten (dus je validiteit) en of wanneer je het onderzoek herhaalt dat je dezelfde resultaten behoudt (betrouwbaarheid).
Betrouwbaarheid
Bij betrouwbaarheid gaat het om hoe stelselmatig een onderzoeksmethode iets meet. Hierbij is het van belang dat wanneer je het onderzoek/meting herhaalt dat je dezelfde resultaten krijgt, maar betrouwbaarheid is niet genoeg om te bepalen dat een onderzoek valide is. Wanneer je een betrouwbare meting hebt kan het alsnog leiden tot een verkeerde weergave van de realiteit. Hierdoor is je onderzoek alsnog niet valide.
Validiteit
Het gaat bij de validiteit vooral om het instrument waarmee jij je onderzoek hebt gedaan. Bij validiteit gaat het om de vraag of de resultaten uit jouw onderzoek wel goed zijn en of je op basis hiervan harde conclusies kan trekken. Zo overeenkomen de resultaten van een valide onderzoek met de fenomenen, werkelijke eigenschappen en variaties in de fysieke en sociale wereld.
Het verschil tussen betrouwbaarheid en validiteit
Betrouwbaarheid en validiteit zijn sterk aan elkaar verbonden, maar wijzen op verschillende kwaliteiten van het onderzoek. Een onderzoek kan namelijk:
- Niet valide en niet betrouwbaar zijn.
- Valide en betrouwbaar zijn.
- Betrouwbaar, maar niet valide zijn.
- Valide, maar niet betrouwbaar zijn.
Steekproefgrootte bepalen
Wanneer je een enquête gaat opstellen moet je een steekproefgrootte bepalen om een statistisch geldig onderzoek te hebben. Dit zijn de stappen die je moet volgen om een goede steekproefgrootte te bepalen:
Hoeveel mensen zitten er in je populatie?
Dit houdt eigenlijk in. Hoe groot is de doelgroep of markt waar het onderzoek over gaat? Dit kan heel algemeen zijn, maar ook heel specifiek. Bijvoorbeeld:
- Alle mannen en vrouwen boven de 18.
- Alle vrouwen met een bedrijf tussen de 20 en 30 jaar oud.
- HBO/WO-studenten en starters met een werkervaring van 0 tot 2 jaar.
Hoe representatief moeten uw enquêteresultaten zijn?
Hoe dichter je steekproef in betrekking staat tot de totale populatie, hoe representatiever jouw uitkomsten geloofwaardiger zijn. Dit kan je doen door middel van foutmarges. Hieronder zie je een tabel met de foutmarges ±3%, ±5% en ±10%
Hoe verhoog je je interne validiteit?
Om een hoge interne validiteit te bereiken is het nodig dat de gekozen proefpersonen correct te laten verlopen en moet de steekproef groot genoeg zijn. Ook moet de variabelen een oorzakelijke relatie met elkaar hebben. Verder is het de bedoeling dat de verkregen resultaten niet zijn van onderdelen die het onderzoek kunnen verstoren. Een voorbeeld hiervan is dat de proefpersonen sociaal wenselijke antwoorden geven in plaats van hun eigen mening. Hierdoor zijn de conclusies niet gebaseerd op wat zij echt denken en is de conclusie niet correct.
Ben jij hoogopgeleid talent, bijna afgestudeerd en op zoek naar een traineeship, business course of inhousedag? Of hulp nodig bij de zoektocht naar jou eerste droombaan? schrijf je dan in voor onze Talentpool!