‘Amsterdam’ in top 20 van beste plekken om Startup te vestigen
Na Berlijn en Londen is Amsterdam het snelgroeiende ecosysteem voor Startups in Europa, volgens 2015 Global Startup Ecosysteem Ranking, die deze week verscheen. Nederlandse Startups weten echter relatief weinig kapitaal aan te trekken.
Silicon Valley heeft al jaren geleden het monopolie op de Startup-cultuur verloren. Het Californische techmekka torent weliswaar nog steeds boven andere steden uit wat betreft investeringen en winsten, maar steeds meer andere steden trekken start-ups aan. Die verschillende hot spots in de wereld functioneren bovendien steeds meer als een netwerk, signaleert het rapport.
Ook Nederland begint in de picture te komen. In de 2015 Global Startup Ecosystem Ranking komt Amsterdam nieuw binnen op de top twintig, op plaats negentien. En voor ‘Amsterdam’ mag je eigenlijk ‘Nederland’ lezen: de schrijvers van het rapport verstaan onder Amsterdam een driehoek tussen de hoofdstad des rijks, Den Haag en Eindhoven. Andere Europese steden in de top 20 zijn Londen, Tel Aviv, Berlijn, Moskou en Parijs.
Durfkapitaal verdubbeld
Tussen 2013 en 2014 verdubbelden de investeringen van durfkapitalisten in Nederlandse start-ups. Amsterdam wordt een “ondergewaardeerd ecosysteem” genoemd: de regio scoort goed op markttoegang, en de unieke levenswijze in Nederland is aantrekkelijk voor Startups, denken de samenstellers. Als successen worden het Startupbootcamp genoemd, berichtenapp Nimbuzz, en betaaldienst Ayden. Ook wordt genoteerd dat een Startup als Uber zijn Europese hoofdkwartier in Nederland hebben gevestigd.
Maar Amsterdam heeft nog een lange weg te gaan, zo staat het onderaan de top twintig wat investeringen betreft. Het gebrek aan krediet belemmert succesvol ondernemen. Het startkapitaal is 450.000 tot 500.000 dollar; de gemiddelde eerste investeringsronde is 5,5 tot 6 miljoen dollar. Dat is 18 procent minder dan het Europese gemiddelde.
Wegwezen bij succes
Bovendien hebben succesvolle ondernemers de neiging om Amsterdam te verlaten zodra hun bedrijf begint te groeien, zodat er weinig ‘seriële oprichters’ zijn, die ook als mentoren voor beginners kunnen optreden. Er zijn naar verhouding meer buitenlandse werknemers: 35 procent, wat 17 procent boven het Europese gemiddelde zit. Misschien heeft dat te maken met een gebrek aan ervaring bij Nederlandse ontwikkelaars.