Bronvermelding in Juridische Scripties WO
In juridische literatuur wordt veel gewerkt met noten waarmee wordt verwezen naar rechtspraken. Om de controleerbaarheid en daarmee ook de kwaliteit van de juridische scriptie te verhogen moeten de gebruikte noten relevant zijn en moet het aanhalen van geraadpleegde literatuur op consistente wijze gebeuren. Hieronder volgt een kort voorbeeld van een correcte citeerwijze.
In het betoog:
‘Zoals de Hoge Raad 1) eerder besliste..’
Hierbij moet de noot als volgt zijn: 1) HR 11 juni 2000, BNB 2000/123
In het betoog:
‘Jansen 2) is van mening dat...’
Hierbij moet de noot als volgt zijn: 2) Jansen, A., Recht en scriptie, tweede druk, Utrecht 2000, blz..
Vaak is het aan te raden om te verwijzen naar bepaalde boeken waarvan de feiten eigenlijk algemeen bekend zijn. Mochten er bijvoorbeeld toch afwijkende standpunten denkbaar zijn dan is het wel aan te raden om toch een verwijzing te maken.
In het betoog:
‘Hierbij gaat men er vanuit dat er voor deze zaak een overeenkomst nodig is 3)..’
Hierbij moet de noot als volgt zijn: 3) Dit wordt door de meeste schrijvers aangenomen, zie A. Jansen, Recht en scriptie, tweede druk, Utrecht 2000, blz…’