Hoe schrijf ik een goed voorwoord voor mijn scriptie?
Het voorwoord schrijf je pas wanneer je scriptie af is, maar komt gelijk na je titelpagina. In je voorwoord heb je het vaak over je persoonlijke achtergrond, ervaringen tijdens het schrijven en de doelgroep waarvoor je scriptie is, bedank je de mensen die je iets voor je scriptie hebben betekend en tot slot eindig je je voorwoord met je naam, plaats en datum. Lees hieronder uitgebreid hoe jij een goed voorwoord kan schrijven voor je scriptie.
Wat staat er allemaal in een voorwoord?
- Een korte introductie van het onderwerp van jouw scriptie.
- Een persoonlijke achtergrond, denk hierbij aan je studie, interesses (onderwerp waardig), ervaringen, waarvoor je je scriptie schrijft etc. .
- De doelgroep van je scriptie.
- Specifieke ervaringen tijdens het schrijven van je scriptie.
- Dankbetuigingen. Denk hierbij aan begeleiders vanuit school of het bedrijf, respondenten, familie en/of vrienden. Dit moet op volgorde van de mensen die het meest heb bijgedragen tot het minst.
- Eindigen met je naam, plaats & datum.
Wat is een verschil tussen een voorwoord en een dankwoord?
Een pagina met alleen dankwoord komt niet vaak voor. Vaak wordt er al in het voorwoord een dank uitgesproken naar de mensen die bijgedragen hebben aan de scriptie. Denk hierbij aan begeleiders vanuit school of het bedrijf, respondenten, familie en/of vrienden.
Een hele pagina met een dankwoord wordt vaak alleen gedaan bij een proefschrift. Dat is een wetenschappelijk onderzoek, waarmee je de titel doctor wilt halen.
Checklist voorwoord
Nu heb jij een voorbeeld gelezen. Nu ben jij aan de beurt. Controleer hieronder of jij niks mist in jouw voorwoord!
- Je voorwoord is maximaal 1 pagina lang.
- Je voorwoord bestaat uit 4 tot 6 alinea’s van circa 3 tot 7 regels.
- Een korte introductie van je onderwerp in maximaal 2 tot 3 zinnen.
- Je persoonlijke achtergrond.
- De doelgroep waarvoor je scriptie is.
- Je ervaringen tijdens het schrijven van je scriptie.
- Dankbetuigingen.
- Er is nauwkeurig gebruik gemaakt van voor- en achternamen.
- Eindigen met naam, plaats en datum
- Persoonlijk, maar professioneel. Om het persoonlijk te houden schrijf het in een ik-vorm of wij-vorm.